Maak een vliegende start met taalcoaching met de leermiddelen van Stichting Het Begint met Taal

Hoe zet je taalcoaching goed in? Hoe maak je gebruik van de diverse leermiddelen die beschikbaar zijn? We vragen het Sylvia de Groot Heupner, directeur van Stichting Het Begint met Taal en zelf ooit begonnen als taalvrijwilliger. Ze geeft handige tips om taalcoaching op en in te zetten en zoomt in op de diverse leermiddelen. Op deze manier maak je een vliegende start met taalcoaching.

Waarom taalcoaching bij de Bibliotheek?

Sylvia: ‘Het is één van de weinige plekken waar je niets hoeft te brengen maar wel veel kunt halen: boeken, oefenmateriaal en aanbod om nieuwe dingen te leren. Een neutrale plek om elkaar te vinden en uitwisseling op te zetten voor jong en oud, vrijwilliger en nieuwkomer. Dit kan in de vorm van taalmaatjes, taal-cafés of andere groepjes om met elkaar af te spreken.’

Het startpakket en taalcoaching, aan de slag met spreektaal en e-learnings?

De aflopen tijd ontvingen bibliotheken een startpakket van Rijnbrink, met daarin diverse boeken, leer- en hulpmiddelen. In het startpakket wordt onder andere Spreektaal aangeboden, een tooling die gespreksstof biedt voor anderstaligen en vrijwilligers om de Nederlandse taal te oefenen. Je hoeft hiervoor als vrijwilliger geen ervaring te hebben: je kunt gelijk aan de slag.  Nieuwkomers leren belangrijke woorden rondom thema’s zoals wonen, werk, leren, gezondheid en vele andere zaken. In het taalhuis vind je de SpreekTaal boekjes. Ook vind je de e-learnings voor vrijwilligers van Het Begint met Taal in het startpakket. Deze geven concrete kaders aan het invullen van de taalcoaching: hoe start je, wat zijn leuke werkvormen, wat zijn do’s en don’ts, enzovoort. Je kunt als vrijwilliger de taalcoaching 1-op-1 volgen, maar ook die van een groep of in een taal-café setting. En als je nóg meer wilt weten, bijvoorbeeld over de inburgering, praktijkleerders of gezondheid, dan is er een verdieping.

Hoe taalcoaching goed in te zetten voor het individu?

Sylvia: ‘Wij adviseren organisaties om heel goed uit te vragen wat mensen specifiek willen oefenen. De één wil misschien specifiek iets bereiken op het gebied van werk en de ander wil juist leren zelfredzaam te zijn. In het eerste geval gaat het veel meer over arbeidsparticipatie en gesprekken voeren op de werkvloer. In het tweede geval gaat het bijvoorbeeld meer over het oefenen van gesprekjes op het schoolplein. Veel nieuwkomers willen graag hun sociaal netwerk vergroten. Ook daar kun je een belangrijke rol in spelen als taalvrijwilliger.
Oekraïense vluchtelingen hoeven niet in te burgeren en verblijven vaker in gastgezinnen. Ook mogen zij direct aan het werk. Maar zoals bij alle nieuwkomers: ook binnen deze groep zijn er veel individuele verschillen. Belangrijk om dus op onderzoek uit te gaan.’

Naast de materialen van het startpakket heeft Sylvia ook een aantal concrete tips en tricks om taalcoaching op en in te zetten.

  1. Vind je doelgroep en haal de individuele behoefte op.

Oekraïners zijn wellicht anders te bereiken aangezien ze in een andere context binnen komen, op andere voorwaarden. De gemeente heeft hierin een sleutelrol. Sylvia benadrukt dat ‘de groep’ Oekraïners niet bestaat en dat behoeftes heel erg kunnen variëren. Begin met de behoefte in kaart te brengen. Wie is de doelgroep en wat is ook de individuele behoefte? Wat kun je betekenen voor hem of haar? Welke andere initiatieven, organisaties kunnen daarnaast een belangrijke rol spelen?

  1. Taalcoaching is op een informele manier kennismaken met de taal, geen onderwijs.

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het leren van een tweede taal het meest succesvol is als je formeel taalonderwijs combineert met oefenen in de praktijk. Momenteel is het taalles voor specifiek Oekraïners nog niet overal goed opgetuigd. Er komt daardoor meer druk op de aangeboden taalcoaching. Blijf kritisch wat de rol van de Bibliotheek en het taalhuis is in deze kwestie en kader duidelijk af wat er verwacht kan worden. Taalcoaching is een onmisbare aanvulling op formeel onderwijs, maar geen vervanging.

  1. Ga de samenwerking aan met lokale vrijwilligersorganisaties en gemeentes.

Verdiep je vooral in wat er in de buurt beschikbaar is. Probeer ook goed te kaderen wat je de andere partij te bieden hebt en draag de relevantie goed uit. Elkaar vinden is niet alleen voor de taalcoaching zelf van belang maar ook voor vervolgstappen (zoals cursussen of trainingen).

  1. Zorg voor goede begeleiding van de vrijwilliger en coördinator. Op het gebied van oefenmateriaal, maar ook coördinatie en ondersteuning.

Het is belangrijk dat de vrijwilliger en de coördinator weten wat ze doen en waar ze vragen kunnen stellen als zij vastlopen. Sylvia beschrijft de behoefte vanuit coördinatoren om elkaar te vinden en ervaringen te delen. In een Bibliotheek kan een coördinator nogal op een eigen eilandje zitten. Er komt behoorlijk wat kijken bij het organiseren van taalcoaching, zaken rondom goed vrijwilligersmanagement- en beleid, tweede taalverwerving en basisvaardigheden, samenwerking met lokale partners en noem maar op. Tips uitwisselen met collega’s over werven, selecteren, begeleiden, trainen en monitoren van vrijwilligers is waardevol merkt Sylvia. Dit geldt ook voor materiaal. Maak gebruik van wat er al is! En benut datgene dat speciaal ontwikkeld is voor vrijwilligers. Gelukkig is er al ontzettend veel, het wiel hoeft dus niet opnieuw te worden uitgevonden.

  1. Ga vooral proberen! Zie wat werkt en niet werkt.

De behoefte van de nieuwkomer, taalvrijwilliger of coördinator kan continu veranderen. Daarom kunnen nieuwe, innovatieve ideeën uitgeprobeerd worden om op deze behoefte aan te sluiten. Dit geeft ook de vrijwilligers en coördinatoren de ruimte om binnen de eigen context met nieuwe initiatieven te experimenteren.