Blog | In gesprek met Daria

Via mijn oproep op LinkedIn kwam ik in gesprek met Daria. Daria is half Oekraïens en half Russisch en spreekt daarom beide talen. Ze woont in Almere met haar Nederlandse partner. Op 10 maart hebben we een gesprek via Teams. Ik stel mijn vragen in het Nederlands, Daria reageert in het Engels.
Daria vertelt me dat ze geboren en getogen is in Ridna en dat ze studeerde in Oekraïne. Inmiddels woont ze tien jaar in Nederland. Vanwege de propaganda heeft Daria nu geen contact met familie in Rusland. Haar familie in Oekraïne is nu veelal gevlucht omdat zij gevaar liepen. Samen met haar partner heeft ze haar moeder met de auto uit Oekraïne opgehaald. Daria vertelt dat haar vader nog in Oekraïne is. Voorlopig blijft hij daar – al is hij zijn leven er niet zeker. Het was moeilijk voor Daria om haar land zo te zien. De sfeer was overal deprimerend: hoe verder je het land in gaat, hoe meer controleposten en tanks je ziet. Het is stil op de straten. Er is veel wantrouwen. Bij de grenzen staan enorme rijen mensen, in de vrieskou. Mensen maken vuurtjes om zich aan te warmen.

‘We willen en we kunnen winnen!’

Hoe gaat het dan nu met de Oekraïense vluchtelingen in Nederland, vraag ik Daria? Zij vinden Nederland ver weg van Oekraïne en men wil graag terug op den duur. Veel mensen hebben bovendien geen geld, middelen, documenten om elders een nieuw leven op te bouwen. Mensen hopen dat de oorlog snel voorbij zal zijn en zijn gericht op terugkeer. Het zijn vooral moeders met kinderen en ouderen. Mannen tussen 18 en 60 jaar willen blijven om te vechten. Zij willen hun land beschermen. Het is ook goed om jezelf te realiseren dat Oekraïne het thuis is van deze mensen. Hun leven – alles – is daar: hun huis, hun bezittingen, hun familie. Dat is ook de mindset, vertelt Daria me: ‘we willen en we kunnen winnen!’. Maar het is ook een overlevingsstrategie. Men wil sterk zijn voor elkaar. Daria ziet dat mensen later, als ze alleen zijn, dan toch breken.

De vluchtelingen die nu in Nederland zijn, hebben nog niet de state of mind om rustig te settelen. Veel van hen zijn ook getraumatiseerd. Daria ziet dat men bij het minste of geringste al schrikt. Er is veel angst vanwege de eerdere luchtsirenes. De mensen voelen zich nog niet veilig hier in Nederland. Ze zijn op hun hoede en vinden het moeilijk zich te ontspannen. Het is dan ook heel belangrijk om hen een veilige omgeving te bieden. De vraag die Daria zichzelf hardop stelt is of de mensen die particulier onderdak verschaffen aan vluchtelingen zich dat wel goed realiseren..

Wegwijs maken

Wat is het waar men nu dan behoefte aan heeft – en wat kan de Bibliotheek hier in betekenen? Daria vertelt dat de mensen nog niet wegwijs zijn hier in Nederland. Ze willen graag weten hoe het hier allemaal werkt. Bijvoorbeeld met boodschappen doen, met het openbaar vervoer reizen. Veel vluchtelingen komen uit de dorpen. Het is een heel andere cultuur! Ze willen graag een beetje Nederlands leren zodat ze zichzelf hier kunnen redden.

Daarnaast wil men graag iets te doen hebben. Het liefst buiten, zoals tuinieren. Maar ook boeken lezen in het Oekraïens. En in het Russisch. Dat laatste had ik mij niet gerealiseerd. Veel vluchtelingen komen namelijk uit centraal Oekraïne, zo vertelt Daria, waar met name de ouderen weinig Oekraïens kennen. Zij spreken ook geen Engels. Thuis spreekt men daar nog veel Russisch met elkaar. Kinderen krijgen op school les in Oekraïens en kennen de taal. Sommigen kunnen ook een beetje Engels of Frans. Hier in Nederland gaan de kinderen zo snel mogelijk ook naar school en leren zij de Nederlandse taal.

Taal, ontmoeting en cultuur

Al pratende vormen zich ideeën voor de Bibliotheek:

  • Boeken in Russisch en in Oekraïens, voor volwassenen en voor kinderen. Fictie, in de genres van avontuur en romantiek bijvoorbeeld, zodat men de gedachten kan verzetten. Zelf heeft Daria de kringloop ontdekt met een kast buitenlandse literatuur, waar mísschien ook boeken in deze talen te vinden zijn.
  • Taal en ontmoeting in het Taalhuis. Fijn om basis Nederlandse zinnetjes en woorden te leren. Het Taalhuis kan bovendien een fijne plek zijn om elkaar te ontmoeten. Zowel het contact met andere Oekraïners als met Nederlanders is heel waardevol.
  • Boeken en activiteiten voor kinderen, zodat ouders ook een beetje rust en tijd voor zichzelf hebben. Ook tekenfilms en films met ondertiteling kunnen een fijne afleiding zijn en zorgen voor wat ontspanning. (Níet over de oorlog.)
  • Culturele gatherings, met blije Oekraïense muziek en hapjes uit de Oekraïense cultuur. Waar men mede Oekraïners én Nederlanders kan ontmoeten, waar men vragen neer kan leggen en wat informatie kan krijgen, om wegwijs te raken in Nederland. Belangrijk om aandacht te hebben voor het vervoer naar de Bibliotheek. Is het dichtbij, dan kan men misschien fietsen.
  • Een warm welkom. Daarnaast is het een mooi idee om mensen welkom te laten voelen in de Bibliotheek, door welkomstteksten in het Oekraïens en Russisch te plaatsen.

En dan tot slot de vraag wat Nederlanders nu kunnen doen om Oekraïense vluchtelingen in hun omgeving te helpen. Daria heeft direct twee mooie tips:

  • Google translate installeren om te communiceren
  • Meermalig hulp aanbieden op verschillende vlakken: er is een culturele drempel waardoor men niet snel hulp zal accepteren.
Een lokaal netwerk opbouwen

Daria waardeert heel erg wat de bibliotheken willen doen. Ze wil ook graag – met andere Oekraïners – de Bibliotheek bezoeken wanneer daar het een en ander te doen is. Bovendien wil ze zelf van alles doen om te helpen, zoals vertalen, adviseren in titels van boeken en muziek uit Oekraïne. Via haar netwerk kan ze helpen in de communicatie naar Oekraïners en kan ze ons in contact brengen met anderen. Ook bij de anderen die ik spreek, merk ik een grote bereidheid om mee te denken en om zelf te helpen. Daarom de tip: Plaats een oproep, ga in gesprek en bouw een waardevol lokaal netwerk op!

Karien van Buuren, adviseur bij Rijnbrink